Lezing ‘Wie is de ander bij Levinas?’, mét nagesprek nog te zien op Kerkdienstgemist

Lezing ‘Wie is de ander bij Levinas?’, mét nagesprek nog te zien op Kerkdienstgemist

In het DoRe-Café werd 14 september een inleiding gehouden door Naud van der Ven over Emmanuel Levinas (1906-1995), de filosoof die zozeer heeft nagedacht over het appèl dat uitgaat van ‘het menselijk gelaat’.

Van der Ven, gepromoveerd op een onderwerp uit de filosofie van Levinas, ging uitgebreid in – met duidelijke voorbeelden – op het verschijnsel ‘denkschaamte’, een fenomeen wat kan optreden bij iemand, als diegene met de beste bedoelingen bij wat die zegt en bij hoe die handelt jegens een ander, tóch bij zichzelf stuit op – gekwetste – weerstand bij die ander en waardoor de eerste schaamte ondervindt. De lezing – met nagesprek – blijft te zien en te horen op het kerkdienstgemist-kanaal van de Doopsgezinde Gemeente Groningen. Klik ook HIER.

Maar eerst knoopte Van der Ven nog even aan bij de expositie die tegelijkertijd in de kerkzaal is, van vijftien geschilderde portretten door Mirjam van den Briel. Daarover zei hij het volgende:
Kunstenares Mirjam van den Briel vertelt in een toelichting op haar vijftien portretten dat ze zich geïnspireerd weet door diverse Joodse schrijvers en filosofen. Het is niet moeilijk om dan in ieder geval aan Emmanuel Levinas te denken, die door heel zijn oeuvre heen niet ophoudt te spreken over de ontmoeting met het gelaat van de ander (‘het appèl’) en de existentiële betekenis daarvan. Een probleem dat kan optreden, en in feite vaak optreedt, bij het filosofisch bespreken van dat belangrijke verschijnsel is dat het universeel gemaakt wordt. De traditionele opvatting van filosofie is nu eenmaal dat die het moet hebben over dingen die voor iedereen, altijd en overal gelden. Dus als nu het gezicht, of deftiger gezegd, het gelaat van de ander, de filosofie binnenwandelt krijg je daarover universele uitspraken. Zoals: van iedere ontmoeting met iedere andere mens gaat ‘het appèl’ uit. Maar dat zou betekenen dat de mogelijkheid tot echt contact gegarandeerd zou zijn, bijna maakbaar zou zijn. En dat is, naar mijn stellige overtuiging, niet de opvatting van Levinas. Vandaar dat ik zo blij ben met de relativeringen in de toelichting van de kunstenares: het appèl kan optreden, maar dat hoeft niet te gebeuren, dieper inzicht en begrip kunnen ontstaan, maar dat is niet zeker. Op die onbepaaldheid wil ik in de lezing nader ingaan.

Naud van der Ven studeerde geschiedenis en semitistiek en werkte als adviseur bedrijfsprocessen bij de gemeente Amsterdam. Hij promoveerde in 2006 op ‘Schaamte en verandering: Denken over organisatie-verandering in het licht van de filosofie van Emmanuel Levinas’. Sindsdien geeft hij workshops over de vraag “Wat gebeurt er als de ene mens denkt voor de andere?”, waarin de filosoof Levinas en het verschijnsel ‘denkschaamte’ centraal staan. De weerslag daarvan is ook terug te vinden op zijn website www.naudvanderven.nl.